Logische niveaus - Bateson (Dilts)

 

(Ons) gedrag komt voort uit onze overtuigingen. En die overtuigingen zitten stevig verankerd in ons hoofd.


oorsprong en werking

De antropoloog Gregory Bateson heeft een model ontwikkeld (later doorontwikkeld door Robert Dils) dat niveaus onderscheidt waarop wij - handelen - denken - leren en veranderen. Het model geeft aan hoe wij als mens informatie intern organiseren. in een ordening naar 6 (logische) niveaus - die álle van belang zijn als we gedrag (bewust en vooral onbewust) willen veranderen.

Met een ordening van "laag" ("omgeving", extern) naar hoog (zingeving, bijdrage aan een groter geheel,). Logisch - in de zin van onderlinge beïnvloeding. Vooral van hoog (onbewust - wie ben ik/ waar maak ik deel vanuit) naar concreet - handelen in de alledaagse realiteit.

 

Beïnvloeding van hoog (spiritualiteit) naar laag (gedrag) noemde Bateson "sterke ordening". Dit betekent dat - als je op een hoger niveau iets verandert - dit altijd leidt tot een verandering op een lager niveau. Als je op een lager niveau iets verandert - dan leidt dat misschien tot een verandering op een hoger niveau. Lagere niveaus zijn gemakkelijker te veranderen. Maar hoe hoger het niveau - des te groter de invloed die het heeft. Dat werkt door op alle niveaus daaronder.

 

Alleen de onderste niveaus (omgeving en gedrag) zijn uiterlijk waarneembaar. Het opvolgende niveau (vaardigheden) is deels uiterlijk waarneembaar. De bovenste 3 niveaus zijn normaal gesproken niet uiterlijk waarneembaar. Hoe hoger het niveau - des te moeilijker het is om zaken die daar spelen vast te stellen.

toepassingsmogelijkheden

Dit model kan "zweverig" overkomen. Maar de logische niveaus zijn een briljant hulpmiddel voor veel doeleinden.

  • Als gespreks-analysetool. Op welk niveau zit een gedrag/ overtuiging/ - -. Veel misverstanden en problemen tussen mensen ontstaan doordat ze op verschillende niveaus communiceren. Dit heeft men dit niet in de gaten. Zo begin je met een onbekende meestal onderaan de pyramide, met wat uiterlijkheden/ small-talk. En "wandel" je (onbewust) al pratend omhoog- waardoor gesprekken met onderscheidend karakter ontstaan.
  • De logische niveaus worden gebruikt om problemen op te lossen/ verandering van gedrag teweeg te brengen. Want - de oplossing ligt meestal niet op het niveau waar het probleem zich voordoet. Je kunt mensen effectief beïnvloeden door ze aan te spreken op een hoger logisch niveau. Zo heeft coaching op het niveau van gedrag of omgeving beperkt toegevoegde waarde. Het blijft aan de oppervlakte en dringt niet tot de kern door. Coaching op bijvoorbeeld het vlak van overtuigingen heeft meer effect op vaardigheden en gedrag.
  • je kunt interveniëren op eén of meerdere niveaus. Zo zal kortdurende coaching en training vooral ten doel hebben verandering op omgevings- gedrags- en vermogensniveau te bewerkstelligen. Langduriger veranderingen leggen de nadruk meer op benodigde verandering in attitude (overtuigingen) en zelfbeeld (identiteit). Bewustwording van sturende overtuigingen en het "sturende zelf" zijn een belangrijk, maar meer tijdrovend onderdeel van een verandering.
  • de logische niveaus helpen bij conflicten op eén lijn te komen. Het waargenomen gedrag is niet gelijk aan de persoon die (willen) ze zijn. Overeenstemming wordt gevonden op de niveaus van vaardigheden, overtuiging en identiteit.

 

De logische niveaus zijn inhouds-vrij. Ze zijn enkel en alleen een manier om "denkinhoud" te ordenen. Een manier om door die inhoud heen en weer te navigeren. Dit wordt ook wel “up- of down chunking" genoemd. Je kunt door middel van (coachings) vragen ván concrete inhoud naar abstract "wandelen". En weer terug.

 


Bijvoorbeeld - als je je drinkt en/ of rookt voor de gezelligheid - dan heb je daartoe de vaardigheden. Met de overtuiging dat dit gezelligheid brengt. Maar als je nadenkt over gezelligheid, kun je je vaardigheden aanspreken om (mogelijk) andere activiteiten te bewerkstelligen die ook gezelligheid brengen. Zoals een potje voetballen, theedrinken bij de buren of - -.

 

En zo zit spreekangst vrijwel nooit op het niveau van gedrag (het doen) of vaardigheden (het kunnen). Maar zeer waarschijnlijk spelen belemmerende overtuigingen een rol. Zoals "ik heb niet iets interessants te vertellen" of "wát als ik door de mand val". Onderzoek dus je overtuigingen als je van je spreekangst af wilt komen.

 

Een Gretha Thunberg - heeft zeer zeker op het niveau van zingeving zeker "iets" met het beschermen van milieu. Dit zorgt voor een waterval aan effecten op "onderliggende" niveaus. Waardoor het logisch te verklaren wordt dat ze per zeilboot een milieuconferentie aan de andere kant van de wereld bezoekt.

 

Een uitspraak als:

Ik kan dat hier niet doen.   - getuigt van omgeving

Ik kan dat hier niet doen.   - betreft gedrag

Ik kan dat hier niet doen.   - gaat over vaardigheden

Ik kan dat hier niet doen.   - is een overtuiging

Ik kan dat hier niet doen.   - gaat over je identiteit, en

Ik kan dat hier (niet) doen. -  kan van zingeving, spiritualiteit getuigen

En een voorbeeld als "mijn presentatie ging niet goed"

- ten gevolge van lawaai                               - betreft omgeving

- ik sprak te zacht                                        - gaat over gedrag/ vaardigheid

- ik kreeg er geen structuur in                       - is een vaardigheid

- mensen zitten niet op mij te wachten          - is een overtuiging

- ik ben nou eenmaal geen verhalenverteller   - getuigt van identiteit, en

- het is niet mijn publiek                               - duidt op zingeving, het grotere geheel

  1. Omgeving

Dit is het laagste niveau. Het gaat dan over concrete zaken die je kunt waarnemen (zichtbaar zijn). Omgeving, dat is de context, alles buiten het individu/ de organisatie.  Het geeft de externe mogelijkheden en beperkingen.

(Coachings) Vragen die je kunt stellen zijn: WAAR, WANNEER, MET WIE

  • wát is de context
  • waar ben je
  • wat zie je
  • ben je alleen, of met anderen, met wie (ben je)
  • wanneer (doe je)
  • hoe is de sfeer

Je kunt direct op dit niveau werken door (van) omgeving te veranderen.

2.  Gedrag

Dit is eén niveau hoger. Op dit niveau gebeuren (de) veranderingen! Dit is mét omgeving het niveau wat zichtbaar is, en het enige niveau wat tastbaar/ "meetbaar" is. Het betreft handelingen of (re)acties. Maar gedrag is het topje van een ijsberg. Hieronder zitten vaardigheden, overtuigingen, identiteit en zingeving.

(De coachings) Vraag die je voor gedrag kunt stellen is: WAT (DOE JE)

  • wat doe je (al);
  • wat kún je doen
  • wat zijn je acties; waar ben je tevreden over
  • hoe doe je dat
  • wat kunnen anderen van jou waarnemen
  • wat is het resultaat

Je kunt (rechtstreeks) het niveau van Gedrag beïnvloeden door iets af te dwingen. Door instructies te geven, volgens protocol te (laten) werken of straf/ beloning in het vooruitzicht te stellen.

3.  Capaciteiten/ vaardigheden/ vermogens  

Op het niveau van kennis en vaardigheden leren we. (Gedrags) Verandering wordt in grote mate bepaald door de wijze waarop we leren (en denken). Hoe meer we leren, des te meer we ontwikkelen, des te meer we veranderen.

(De overall Coachings) Vraag is hier: HOE, wat kún je

  • wat moet je kunnen om - - te doen
  • hoe kun je dit een volgende keer doen
  • waartoe ben je in staat
  • wat zijn je gaven
  • wat heb je geleerd; wat wil je nog leren
  • wat kun je niet, wat is je onvermogen
  • wat zijn je vaardigheden, skills, je kernkwaliteiten - - ongeacht of je ze wel of niet gebruikt

Je kunt (rechtstreeks) op dit niveau aangrijpen door te onderwijzen. Door het toevoegen van kennis en vaardigheden komen veranderingen tot stand. Dit is ook hét niveau om te bemoedigen en te complimenteren.  Bijvoorbeeld - "je laat (als gedrag) lef/ moed/ vastberadenheid/ motivatie/ - - zien. Ga hier mee door!"

4.  Overtuigingen/ waarden


Onze manier van denken beïnvloedt ons vermogen tot leren. Overtuigingen zijn beweringen over jezelf, je bedrijf, anderen, de wereld  - die voor jezelf (de) waarheid bevatten. Grote kans dat deze overtuigingen onbewust aanwezig zijn. En pas op - overtuigingen zijn tegenovergesteld aan feiten. Feiten zijn waarneembaar en meetbaar.

Uiteindelijk vindt op dit gedragsniveau verandering plaats. Overtuigingen en waarden leveren de "energie" om in beweging te komen. Kracht, de motivatie.

Door (coachings) vragen maak je (onbewuste) overtuigingen bewust. Dé (Coachings) Vraag die je hier kunt stellen is: WAAROM doe je

  • waarom (doe je dat - zo);
  • waarvoor kom je in actie
  • wat levert het je op
  • waar gaat het je om; waar let je (dan) op
  • wat motiveerde je (om -- te doen)
  • wat maakt dat dat je dit elke dag blijft doen
  • wat motiveert jou (in het algemeen); waar zit jouw "drive"
  • wat zijn belangrijke waarden voor jou
  • wat is belangrijk voor jou; en wat vind je het allerbelangrijkst (in je leven)
  • waar geloof je in; waar ben je van overtuigd


Je kunt op dit niveau (rechtsreeks) werken door te motiveren. Bijvoorbeeld - Maak je DIC - Denk in Capaciteiten.

5.  identiteit


Dit is eén van de krachtigste niveaus om mensen te bewegen. Maar het is ook weinig tastbaar. Het is een gevoel - over onszelf. "Waar woorden stoppen, daar ontdekken we onze identiteit". Zoals "ik ben in de eerste plaats Europeaan", of "ik ben (gewoon) iemand die. .". "Ik ben (gewoon) creatief ..". In principe kun je je op/ met elk niveau identificeren.

(Coachings) Vraag welke je hier kunt stellen is: WIE ben je

  • wie ben je
  • wat zijn de woorden die je na "ik ben .." zegt
  • hoe zie je jezelf (in deze situatie); welke rol vervul je
  • wat zegt dat over jezelf
  • wat zijn je karakterkenmerken
  • wat is de rode draad van jou leven

Je kunt dit niveau (rechtstreeks) beïnvloeden door te inspireren/ geïnspireerd te worden. Je te identificeren (vereenzelvigen) met - -.

6.  zingeving/ missie/ spritualiteit

Dit is de minst tastbare, maar meest beïnvloedende niveau.  Wát is je missie, waarvoor gá je, van welk groter geheel maak jij deel uit. Dit beïnvloedt alle onderliggende niveaus.

  • (Coachings) Vragen die je kunt stellen betreffen: JE DOEL, WAARTOE

    • wat is je missie/ je essentie/ je levensdoel
    • waartoe ben je op aard
    • wat is je droom/ je roeping
    • wat wil je voor jouw omgeving betekenen
    • wat is het grotere geheel waar je deel van uitmaakt
    • wat is de zin van jou leven
    • wat is jouw bijdrage aan deze wereld
    • stel - het is je laatste dag op aarde - wat wil je dan hebben bijgedragen

Bedrijven die op de lange termijn succesvol blijken, hebben als belangrijk (onderscheidend) kenmerk - dat ze een(ecologische) missie hebben. Ze zijn zich bewust van het grotere geheel en hun bijdrage daaraan. Zo gaan energiebedrijven en zelfs bijvoorbeeld Shell nu op een ecologische toer.  

Bron:

WAT KAN IK VOOR JOU BETEKENEN


Ik help (afdelings) managers en teams in productie, logististiek, dienstverlening of non-profit.

Met het realiseren van Zelforganisatie.

Met als resultaat: meer betrokkenheid, lager verzuim, verantwoordelijkheid en een beter resultaat.